Bij het vak lo (lichamelijke opvoeding) ben je natuurlijk vooral aan het bewegen.
In de onderbouw maak je kennis met een groot aantal sporten.
Deze sporten kunnen we onderverdelen in vijf onderdelen:
Al deze onderdelen komen in elk leerjaar aan bod. Onder spel verstaan we o.a. de balsporten, zoals voetbal, (uni-)hockey, softbal, korfbal, basketbal, rugby, volleybal etc. Maar ook doen we aan turnen, badminton, tafeltennis en tennis.
Tot aan de herfstvakantie gymmen we buiten. Hierna zijn de lessen in de gymzalen op school, na de meivakantie gaan we - als het weer meezit - weer buiten gymmen.
Bij lo krijg je natuurlijk, net als bij de andere vakken, ook een beoordeling (O, V, G of U).
Je wordt beoordeeld op de uitvoering van de 5 bovenstaande onderdelen en elke periode op jouw inzet tijdens de lessen. Ben je bijvoorbeeld niet zo goed in bepaalde onderdelen, dan kun je door hard te werken altijd een voldoende scoren.
Voor elk leerjaar zijn er toernooien. Zo doe je in klas 1 en 2 mee aan een aantal zaal- en veldtoernooien.
In de bovenbouw hoef je niet alles meer te doen en kun je tot op zekere hoogte je eigen programma samenstellen. Je kunt in de havo ook kiezen voor bsm (bewegen, sport en maatschappij) en in de mavo voor lo2, een verdieping in het vak lo. Hierbij gaan we dieper in op een aantal onderdelen, en zal je zelf ook een aantal lessen voor moeten bereiden en geven. Je organiseert toernooien voor de onderbouw en je coacht eersteklassers bij toernooien. Ook loop je een periode stage bij een vereniging of sportschool.
In het examenjaar bieden wij een sportoriëntatieprogramma aan, waarbij je kennis kunt maken met bepaalde (on)bekende sporten. Denk hierbij aan squash, aikido, klimmen/survival enz.
Met sportieve groet,
De vakgroep lo